‘Wat een aardige meneer is dat, papa’, zegt Jelle als we de showroom uitstappen. ‘Jongen, we weten niet of die meneer aardig is. Hij doet aardig, maar dat komt omdat het een verkoper is.’, zeg ik fluisterend. ‘Hij wil ons een auto verkopen en zolang we die nog niet hebben, doet hij heel aardig. Da’s wat anders dan aardig zijn.’ Terwijl ik mijn zoon deze belangrijke levensles bijbreng, denk ik: deze man is volgens mij wel heel goed in aardig doen en auto’s verkopen. Hij kan er in ieder geval een goede ‘boterham’ van eten. De riem van zijn 4XL Corduroy pak hoor je haast kreunen, om al het verkopersvlees binnenboord te houden.
Categorie archief: verhaal
De ideale mix
Ieder jaar als het langer licht wordt en de temperaturen het toelaten, herontdekken de kinderen in onze flat elkaar. Natuurlijk zijn ze na de winterslaap allemaal een jaartje ondeugender geworden en dus lijkt het feest op de galerij steeds groter te worden. Jelle is en blijft de dikste vrienden met Nick. Sibe doet het vooral erg goed bij de meiden in de flat; leeftijd geen bezwaar.
Waanzin(nig)
Na een onrustige nacht word ik om een uur of zes echt wakker. Vandaag is de dag, waar ik naar toe heb geleefd. Ik ga die berg opvreten! Zo hard tegen de zuidkant oprijden, dat hij na mijn tocht niet gemiddeld 7,5%, maar nog maar 5% is. In mijn dromen heb ik zelfs de stoute moed om te denken, dat ik hem misschien wel twee of drie keer kan beklimmen. Het record staat op elf keer in 24 uur, dan moet dat met mijn afgetrainde ‘klimmerslijf’ toch ook wel een keer of zeven lukken?
Een smerig klusje
Soms denk ik wel eens: waarom toch hebben we een huis gekocht met een een vloeroppervlak van 100 vierkante meter? Gemiddeld brengen mijn familieleden en ik namelijk de meeste tijd door, op het kleinste kamertje in ons huis. Met de aanschaf van vier dixi’s hadden we dus een veel betere deal kunnen sluiten. Bovendien hadden we dan de hypotheek allang afbetaald kunnen hebben.
De humor ligt op straat
Mijn blogje wordt door steeds meer Belgen gevolgd en daar ben ik ontzettend blij om. Niet alleen omdat mijn uitdagingen voor Right To Play, tot over de landsgrenzen heen aandacht krijgen, maar ook gewoon, omdat ik een zwak heb voor onze zuiderburen. De humor, het (Vlaamse) taaltje, het bourgondische, de bonbons en de gemoedelijkheid. Allemaal aspecten waar ik enorm van kan genieten. Een goed Belgisch spreekwoord wat hierbij hoort is: ‘Was sich liebt, das neckt sich’. Een uitdrukking die ik van mijn moeder geleerd heb en me helpt om met plagerijtjes van anderen om te gaan. Ik wil iedereen -die ik in dit blogje plaag- graag verwijzen naar dat spreekwoord.
Pasta
Pasta? Ja … hij past. Sterker nog hij zit als gegoten. De XL-versie van mijn retro Ventoux shirt werd vandaag door PostNL afgeleverd. De bezorger keek wel even vreemd op, dat ik het pakje in ontvangst nam. Hij moet gedacht hebben, dat er op dit adres louter vrouwen woonden, omdat de 7.894 pakketjes die hij hiervoor kwam brengen, als afzender alleen maar Zalando, of Wehkamp hadden. Maar dit keer stond er ‘wieleroutfits’ op de sticker en was de aankoop helemaal alleen voor mij.
Gimme a break/brake*
* doorhalen wat niet van toepassing is.
Ik ben volop bezig met de voorbereidingen voor 7 mei; de dag dat ik de Ventoux ga beklimmen. Natuurlijk wil ik graag in stijl en heelhuids aankomen, dus zorg ik ervoor dat alles tiptop in orde is. Als het aan mij ligt, gaat dat natuurlijk lukken, maar dan moet de rest van de wereld natuurlijk wel een beetje meewerken! Een week voordat ik afreis naar de Vaucluse is mijn kookpunt echter bijna bereikt. Tijd om het van me af te schrijven in een blogje.
Het begint met het idee om de top te halen ik het exclusieve shirt, dat hoort bij de film Ventoux, die 14 mei aanstaande in première gaat. Na wat rondkijken op het internet wordt me al duidelijk, dat het shirt nergens (zomaar) te verkrijgen is. Dus trek ik de stoute schoenen aan en schrijf naar de PR-afdeling van de film een mailtje met de vraag of ik het shirt ergens kan kopen. Eerlijk gezegd verwacht ik niet, dat ik antwoord krijg, maar wat schetst m’n verbazing, een dag later ligt er een digitale envelop in mijn mailbox.
Zwart gat
Het is een uur of negen in de ochtend, als ik Sibe wakker ga maken. Hij ligt languit in ‘het grote bed’. Voor alle duidelijkheid ‘het grote bed’ is niet zijn bed, het is het bed van papa en mama. Maar ergens in de software van Sibe is opgeslagen, dat hij -als hij ’s nachts wakker wordt- daar naar toe slaapwandelt en dan met zijn missie begint. Zijn doelstelling is om net zo vaak het dekbed weg te trekken en met z’n koude voetjes tegen m’n rug te poeren, tot ik klaarwakker ben en besluit om naar beneden te gaan. Deze ochtend is die missie om een uur of zeven geslaagd. Een paar uur later is het ook gelukt om zijn moeder op die wijze uit zijn territorium te verjagen.
Laat me!
Dat heb ik weer. Wil ik uiterst relaxed van een rustig, kabbelend weekend genieten, word ik genomineerd voor de ‘zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder-tag‘. Myriam, mijn trouwe blogvolger -van tussen Antwerpen en Koksijde- heeft me hiervoor getagd. Zij schrijft bijna dagelijks een blogje voor haar ‘bubbels’ onder het pseudoniem Bubbliciously me. Sinds ik in mijn jeugd een tijdje in België gewoond heb -in Poppel om precies te zijn- heb ik toch een zwak voor onze zuiderburen. Als ik dan een opdracht krijg met de titel van een Nederlands liedje uit 1971, tja dan neem ik die uitdaging toch graag aan! Al had die tag van mij ook vernoemd mogen worden naar een ander chanson van Ramses. Klik op de onderstaande foto om dát lied als achtergrondmuziek te draaien bij het lezen.
Ben je er klaar voor?
Nou … nee eigenlijk nog niet. En ik niet alleen, mijn Franse auto ook niet. Voor iedereen die mij en m’n rijgedrag kent, weet dat het ding voor mij een verbruiksmiddel is. Een antraciet blauwe prullenbak op wielen. Ja, lieve blogvolgende taalpuristen … antraciet blauw is een kleur. Gewoon een kwestie van het vuil lang genoeg laten aankoeken en je hebt antraciet blauw. Mijn Peugeot die een hoge fluittoon produceert, als je de bocht linksom neemt. Een klomp geroest metaal op winterbanden. Natuurlijk wel winterbanden! Niet in het bijzonder voor de veiligheid, maar sinds ik die dingen er eind november 2013 onder heb laten zetten, is er geen winter van noemenswaardige betekenis geweest. Ik laat ze dus -bij wijze van bijgeloof- onder mijn auto zitten.










