Als ik met mijn jongens in het zwembad een wedstrijdje doe, dan houd ik de borstcrawl precies drie slagen vol. Daarna schakel ik over naar een soepele schoolslag en meestal heb ik dan aan het einde van het baantje (in de breedte van het bad natuurlijk) genoeg tijd over om op adem te zijn als Jelle en Sibe aantikken.
Pedagogisch gezien is het natuurlijk véél beter om er een spannende strijd van te maken en ze op het laatst net te laten winnen. Maar … als ik langzamer zwem, zak ik naar de bodem. Ik heb er gewoon geen talent voor.