Gewoon lief … niet verliefd!

‘Papa, kijk eens wat ik heb.’ Mijn jongste zoon houdt zijn twee handen zorgvuldig, als kommetjes op elkaar. Een beetje zoals je een vlinder vasthoudt, zonder dat je zijn vleugels wilt beschadigen. Voorzichtig kijk ik door de opening, die hij tussen zijn twee handen laat, maar kan niks zien. ‘Ik weet het niet!’, zeg ik. Langzaam opent hij zijn twee knuistjes en neemt het kleine rode hartje tussen zijn vingers, alsof het een 24-karaats diamantje is. ‘Wow, een hartje, wat mooi! Heb je die van de juf gekregen?’

hartje

Zijn ‘Papaaaaa!’ klinkt verwijtend. ‘Natuurlijk vindt de juffrouw mij ook lief …’; Sibe heeft zelden last van valse bescheidenheid, ‘… maar niet zohoo!’. Ik vraag hem hoe de juffrouw hem dan wel lief vindt. Hij legt me uit dat, de juffrouw hem lief vindt, omdat hij altijd heel goed luistert in de klas en allerlei klusjes doet voor haar. Ja, op school doet hij dat wel.

In een flits schieten mijn gedachten terug naar 1974. Ik zit op de Don Bosco kleuterschool in Zundert. Op de eerste schooldag na de vakantie zweeft ze binnen, de eerste grote liefde van mijn leven. Ze is mooi, heeft een open glimlach en lange haren. ‘Ik heet juffrouw Verdonschot en jullie krijgen dit jaar van mij les’. Even denk ik nog: ‘Wel een vreemde voornaam.’, maar haar schoonheid verdooft mijn hersenen en ik kan alleen nog maar staren.

Don Bosco

Dat jaar leef ik in een roes. Ik doe mijn stinkende best op school. Trek mijn mooiste rode blouse aan, voor op de schoolfoto en doe allerlei extra klusjes in de klas. Als de juffrouw zegt, dat ik wel heel goed kan poetsen en bemoedigend aan mij vraagt, of ik dat ook bij haar thuis zou willen doen, vat ik dat natuurlijk op als een uitnodiging. Die middag ren ik naar huis en vertel opgewonden aan mijn moeder, dat ik mag gaan schoonmaken bij de juffrouw. Mij moeder kijkt me met een vragende blik aan, dus voeg ik eraan toe: ‘Gewoon, omdat ik dat heel goed kan!’

In mijn hoofd heb ik een exact beeld gevormd waar de juffrouw woont. Voor de gymles lopen we namelijk altijd via de Burgemeester Manderslaan naar de Turnstraat, waar de gymzaal staat. Op die hoek staat een huis, waarvan de juffrouw wel eens zegt, dat ze dat zo’n mooi groot huis vindt. Daar moet ze wel wonen. Een beetje nerveus ben ik wel, als ik daar aankom. Ik kan net bij de bel en na een tijdje doet een wat oudere vrouw open. Dat moet de moeder van de juf zijn. ‘Dag mevrouw, ik kom bij juffrouw Verdonschot schoonmaken.’ De oudere vrouw kijkt me aan en vraagt hoe ik heet. Ik zeg dat ik Wilco heet en omdat ik zo goed kan poetsen, bij de juf mag komen schoonmaken. Even is het stil en zegt dan: ‘Wilco, ik ben bang dat je het verkeerde huis hebt, hier woont jouw juffrouw niet.’ Met gebroken hart loop ik terug naar huis, mijn eerste verliefdheidstrauma is geboren.

‘Nee papa, dit hartje is niet van de juffrouw. Ik heb het gekregen van Carlijn, een meisje uit mijn klas!’

SC1 SC2 SC3

Sibe heeft doet het goed bij de meisjes. Op onze galerij wonen er een stuk of vier in de leeftijd van twee tot elf jaar en allemaal vinden ze Sibe erg interessant. Om in de picture te blijven, houdt hij er zijn eigen techniek op na. Het is niet mijn manier, maar het werkt wel. Als de bel gaat, of er wordt op de deur geklopt, dan is het negen van de tien keer zo’n ‘meisjespersoon’, die dan met ‘m wilt spelen. ‘Sibe, voor jou!!!’ klinkt het door het huis en er ontsnapt niet zelden een heel grote zucht uit zijn mond. Stel je voor, ben je net lekker aan het Aaipetten, komt er weer zo’n meisje! Hij doet de deur open, hoort haar verhaal aan en mietert dan zonder pardon de deur keihard voor de neus van het meisje dicht. Als je dan verbaasd vraagt, waar dat goed voor is, zegt hij dat hij geen zin heeft. Tja, misschien niet aardig, maar wel duidelijk! Echter, wat schets mijn verbazing, na vijf minuten gaat de bel weer; … datzelfde meisje! Wat mij in al die jaren nooit gelukt is, lukt hem in zes jaar … het doorgronden van de psyche van de vrouw.

In de aanloop naar 14 februari is het duidelijk dat Carlijn in Sibe haar Valentijn ziet. Want twee dagen na het eerste hartje, volgt een tweede. ‘Dat is wel heel lief van Carlijn, is ze misschien een beetje verliefd op je?’, vraag ik aan hem. Hij slaat met zijn hand hard tegen zijn voorhoofd terwijl hij ‘Ooohh!!!’ roept. Dan lacht hij zijn tanden, op drie na, bloot en zucht een tikkeltje meewarig: ‘Papa, we zijn niet verliefd op elkaar hoor, we vinden elkaar alleen lief!’ Zo jong nog maar en al zoveel tact en wijsheid. Ik weet niet of ik daar nu gerust op moet zijn, of niet.

groet, Wilco

Een gedachte over “Gewoon lief … niet verliefd!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s