Vijf voor half vier word ik wakker. Mijn biologisch klokje zorgt ervoor dat ik driehonderd tellen de tijd heb om ervoor te zorgen dat de rest van de familie zich niet het apenzuur schrikt van mijn wekker. Vandaag fiets ik namelijk de Gerrie Knetemann Classic. Een toerrit van 160 kilometer ter nagedachtenis van één van Neerlands grootste wielrenners. Om mijn held uit het verleden iets meer eer te bewijzen en de geldteller voor Right To Play op te schroeven, kies ik ervoor om niet met de auto, maar met de fiets naar Amsterdam te gaan.
Mensen in mijn directe omgeving stellen na bijna een jaar vol challenges al niet eens meer de vraag: ‘Waarom?’ Zij weten ondertussen, dat als ik iets in mijn hoofd heb, het niet in mijn kont zit. Hoe harder andere mensen roepen, dat het onnozel is om zo’n eind te fietsen, des te gemotiveerder ben ik om het juist wel te doen.
Na een warme douche en wat vaseline op mijn benen tegen de kou, hijs ik me in mijn Right To Play wielerpakje. Ik neem nog een kop koffie met een broodje chocoladepasta en ga dan naar beneden om de verlichting op mijn fiets te schroeven. Om iets na vieren start ik met de tocht richting het Olympisch stadion. Met een stevig windje mee verloopt de reis voorspoedig en ben ik traditiegetrouw de eerste deelnemer die arriveert.
De stadion verlichting is aan en terwijl de organisatie aan het opbouwen is, neem ik de tijd om sfeer te proeven. Wow, hier liep een paar weken geleden Dafne haar honderd meter. Hier zat het zevenentachtig jaar geleden bomvol met mannen en vrouwen met hoedjes. Zij zagen hoe een nieuwe traditie werd gestart. Nooit daarvoor namelijk werd er een Olympische vlam ontstoken. Dat gebeurde in dit stadion voor het allereerst.
Bij de ingang kijk ik naar de namen van alle Nederlandse Olympische kampioenen op zowel de zomer- als de winterspelen. Een indrukwekkend lijstje met natuurlijk veel schaatsers. Waarom weet ik niet, maar mijn ogen blijven even hangen bij de naam van Marianne Timmer. Ik glimlach even als ik aan de wekelijkse verering van Peter Heerschop denk als hij de week afsluit bij Radio 538.
Ik loop terug het stadion in en kijk naar de levensgrote posters van De Kneet. Veel te vroeg, liet deze welbespraakte topsporter het leven. Tijdens een trainingsritje in de duinen van Cadzand kreeg hij een hartaanval en dat was het dan. Ik weet nog goed dat ik compleet van slag was toen ik het hoorde. Hij was in die tijd maar zeven jaar ouder dan ik nu ben. Genieten van elke dag dus!
Ik draai me om en zie dat andere deelnemers nu ook binnen druppelen. Een kleine, blonde vrouw in een team Continu pakje loopt vlak voor me langs. Hey, dat is … ja dat is toch Marianne? Hè, is dat nou toeval of …? Natuurlijk ben ik te verbijsterd om ‘Mevrouw Timmer’ te roepen en te vragen of ik een foto te maken. Verdorie dat gaat me niet nog een keer gebeuren! Wat heb ik genoten van haar 1500 meter in Nagano.
Ik besluit mijn fiets te pakken en bij de ingang van het stadion te gaan staan. Hier moeten de andere VIPS ook langskomen. Niet veel later word ik beloond. ‘Goedemorgen meneer Kuiper!’ Wat een kleine man eigenlijk. Bijzonder dat ik mijn helden altijd een stuk groter verbeeld, dan ze in werkelijkheid zijn. Jammer ook dat deze man in de schaduw stond van andere Nederlandse helden. Hij heeft een palmares waar Tom Dumoulin alleen maar van droomt. Laten we niet vergeten dat hij in 1980 de tour gewonnen zou hebben, als Joop hem niet 6.55 minuten voor was.
Die laatste held arriveert niet veel later. Hij is de enige die met zijn Franse auto het stadion mag betreden. Maar goed, Zoetemelk is natuurlijk een verhaal apart. Wereldkampioen én tourwinnaar. Meneer Zoetemelk heb ik dit jaar al vaker gezien. Maar toch krijg ik nog steeds flashbacks naar 1980. Op camping Tulderheijde in Poppel brachten we de zomervakantie door. Ik weet nog goed dat ik niet veel buiten was. Ik keek de tour! En als er weer eens een Nederlander een etappe had gewonnen, ging ik het logo van TI Raleigh Creda natekenen.
Meneer Zoetemelk opent de wedstrijd door een grote bel te slopen. Maar dat mag de pret niet drukken. Ik start van voren en dat betekent dat ik in een groepje zit met mannen die de vaart er graag inhouden. Natuurlijk heb ik al 75 kilometer in de benen voor ik aan de Classic begin, maar ik laat het niet merken en draai mee op de kop om het tempo hoog te houden. Om een lang verhaal kort te maken. Ik heb nog nooit zo snel 227 kilometer gefietst. In 6 uur en 55 minuten was ik klaar met een gemiddelde van bijna 33 kilometer per uur, HEERLIJK!
Ik ontvang mijn medaille met trots en vlak voor ik op mijn fietsje op weg ga naar een station, om me lekker luxe door de NS naar huis te laten brengen, word ik verrast met nog een held uit mijn verleden. Daar zit hij aan een tafeltje te kletsen. Wijs geworden van mijn eerdere gemiste kans met Marianne Timmer vraag ik: ‘Mijnheer Winnen, mag ik een foto van u maken?’ Hij vindt het oké en glimlacht als ik geen selfie, maar gewoon een foto neem. Hij vraagt me hoeveel ik gefietst heb en ik vertel eerlijk over mijn lange tocht en de snelheid waar ik trots op ben. Hij vraagt me of ik nu ook nog tegen de wind in terug ga fietsen naar Vlaardingen. Ik zeg dat ik dat soort mythische uitdagingen alleen vind passen bij helden uit mijn verleden en bedank hem voor de foto en de ontmoeting.
groet, Wilco
Zo heerlijk voldaan weer thuis en blij en gelukkig. Weer gelukt Wilco Gefeliciteerd je doet het toch maar weer.
LikeGeliked door 1 persoon
Dankjewel Ria!
LikeLike
Fantastisch knul en wat leuk om je oude helden te zien.
LikeGeliked door 1 persoon
Ja echt! Was een geweldige dag!
LikeLike
Ik heb andere hobby’s maar onverminderde bewondering voor je! Hulde!
LikeGeliked door 1 persoon
Hahaha, Dankje Carla!
LikeLike
Toppie weer! Zowel de tocht als het artikel 😉
LikeGeliked door 1 persoon
Dankjewel voor t compliment!
LikeGeliked door 1 persoon