Zwetend en puffend kom ik om half tien in de ochtend aan bij Golfbaan Delfland. Alsof het zo getimed was, draait Femke’s rode Peugeot ook het terrein op. Jelle zit op de bijrijdersstoel en zwaait fanatiek als hij me ziet. Sibe drukt zijn neus tegen het raam en moedigt me aan, zodat ik het laatste stukje van de twaalf kilometer ook volhoud. Een uurtje daarvoor ben ik vertrokken van huis. Met de zon die volop schijnt en een graadje of vier is het prima weer om te rennen. Dus sportkleren aan, de paden op en tussen het water en de weilanden Midden-Delfland in.
Vandaag is de eerste les van de golfcursus die Jelle heeft gewonnen. In het najaar van 2014, doet hij samen met zijn nicht Carlijn mee aan een kennismakingsdag in Den Haag. Daar komt hun talent al snel bovendrijven en winnen ze allebei een heuse golftas (inclusief clubs) en een minicursus van zeven (zon)dagen. Na heel lang wachten is vandaag dan eindelijk de dag, dat ze voor het eerst ‘training’ hebben, zoals Jelle dat noemt. Hij is nog niet helemaal thuis in het golfjargon, anders zou hij zeker de term ‘invitational class’ gebruiken.
Natuurlijk heb ik een tas met ‘reservekleding’ in de auto liggen en terwijl de rest van de familie alvast naar ‘De Brasserie’ (lees: kantine) gaat, zweet ik even uit. De welgestelden van Delft en omstreken, die deze dag ook uitkiezen om een ‘balletje te slaan’, parkeren hun SUV vlakbij ons ‘boodschappenautootje’. Ze schrikken van de hijgende man die met ontbloot (boven)lijf in gevecht is met ondergoed en sokken. Die reactie is overigens wederzijds, want hun kledingkeuze doet me beseffen, dat ik wellicht toch niet voor een spijkerbroek en t-shirt had moeten gaan.
Na een ‘Amerikaanse douche’ met extra veel deodorant ben ik klaar om me aan te sluiten bij de rest. Nog even mijn jas aan en … ‘Oh nee, shit … mijn jas vergeten!’ Als je bij vier graden boven nul aan het rennen bent, heb je geen jas nodig. Maar van anderhalf uur buiten staan en naar golfende kinderen kijken, word ik niet warm. Wat nu?
Gelukkig is de redding nabij, als de nood het hoogst is. En die van mij ligt in de twintig Euro die ik nog snel voor de zekerheid in mijn broekzak had gestopt en ‘De Golfshop’ (lees: winkeltje) die naast ‘De Brasserie’ ligt. Als ik binnenstap in mijn spijkerbroek en H&M shirt, word ik met een scheve blik aangekeken. Ik besluit net te doen alsof ik de kleren niet nodig heb ‘die de man maken’ en ga rondsnuffelen in het kleding assortiment.
Ik loop naar het rek met truien, althans dat denk ik, maar in deze golfshop blijken ze ‘pullovers’ te heten. Geen probleem toch, als je maar warm blijft! Terwijl ik naar een L’etje zoek, kijk ik per ongeluk ook op de prijskaartjes. Ik krijg het meteen en spontaan warm. Deze La Costa’s en Ralph Laurens gaan niet over de toonbank onder de honderdvijftig Euro. Dan maar even kijken of ze een goedkoop wind- of regenjack verkopen. Ik begin langzaam te zweten. Het ziet er naar uit, dat ik met twintig Euro niet ver kom hier. Zelfs in de schap waar de sjaals liggen, vind ik niets voor mensen van mijn ‘statuur’.
De vrouw achter de balie van ‘De Golfshop’ kijkt me al een paar keer achterdochtig aan en oefent in haar hoofd het noodplan; ‘Hoe te handelen bij ongewenste gasten?’ Dan valt mijn oog op een tafel waar een label aan hangt met ‘50% korting’. Na wat graven, vind ik onderop een wit shirt met lange mouwen. Sorry, ik bedoel natuurlijke een ‘longsleeve in gebroken wit’. Originele prijs: 29 Euro en in de goede maat! De hemel zij geprezen. Quasi nonchalant reken ik af en besluit niet te mopperen, als de vrouw het retourbedrag afrondt op vijf Euro.
Als ik bij de Driving Range aankom, draag ik ondertussen mijn golfshirt en dat wordt herkend en gewaardeerd. Mannen op leeftijd in geruite broeken knikken vriendelijk naar me en hun eega’s kijken me goedkeurend na. Als mijn oudste zoon ook nog eens bijzonder veel talent blijkt te hebben voor deze sport, spreekt een man van achter in de zestig me aan. ‘Zijn eye-hand release is van een bijzonder niveau.’ Ik knik alsof ik begrijp wat hij zegt. ‘Daar zal hij veel baat bij hebben bij het chippen en putten.’ Terwijl hij Jelle wat persoonlijke tips geeft, denk ik: ‘Chippen? Kan dat nog dan? Ik heb trouwens genoeg betaald hier, mijn portemonnee is al uitgeput!’ De man geeft Jelle een compliment en vraagt me vervolgens wat mijn handicap is. Ik zeg zonder te liegen, dat ik me nogal slecht kan concentreren. Hij lacht hard en ik ontvang een iets te harde schouderklop. Ik hik mee en bedank hem voor de tips die hij m’n zoon gaf.
Later als ik thuis ben, zoek ik de golfterm op. Als deze man een talent ziet in m’n zoon en mij vraagt wat mijn ‘handicap’ is, misschien wordt het dan tijd, dat ik ook wat ga oefenen. Ik pak mijn selfie-stick en oefen thuis alvast mijn ‘Swing’. Wie weet heb ik dan met een paar jaar ook echt een ‘handicap’.
groet, Wilco
Het was leuk toch? Nog maar zes keer te gaan. Volgende keer de kledingsvoorschriften volgen?
LikeGeliked door 1 persoon
Ik vond het geweldig Remko! Volgende keer ruitjesbroek en polo!
LikeLike
😂😄😂😄. Het moet niet gekker worden. Vergeet je pet volgende keer niet.
Aimee
LikeGeliked door 1 persoon
Ja goed idee! 😂😉
LikeLike
Hoe hou je het een jaar zonder alcohol vol met al die flessen in de kast.
LikeGeliked door 1 persoon
Dat heet wilskracht! 🙂
LikeLike