Kop in het zand

Exact drie maanden geleden zet ik in mijn digitale agenda een kruis door het weekend van 28 en 29 maart 2015. Het is dan nog hartje winter en ben net glibberend naar Apeldoorn gereden om daar voor Right To Play aanwezig te zijn bij het NK baanwielrennen. Op de eerste dag van dat evenement ontmoet ik een andere vrijwilliger die me vertelt, dat ze uit Rotterdam komt en als organisator van het International Erasmus Volley Tournament best kan regelen dat Right To Play ook daar als goed doel aanwezig kan zijn.

IT15

Ze legt uit, dat het een toernooi is van internationale (ex)studenten van de Erasmus universiteit. Het thema wordt ‘Head in the sand’; een vleugje Afrika in Nederland. Right To Play past daar natuurlijk perfect bij. We praten over de mogelijkheden en ik zeg volmondig ‘ja’ als ze vraagt of ik daarbij aanwezig kan zijn. Ik zie het helemaal voor me: eind maart, een lekker zonnetje, zomerse temperaturen, vrolijke mensen uit allerlei landen, een sportief toernooi en ook de naamsbekendheid van Right To Play vergroten.

volleybal

Op 28 maart stap ik in enigszins bevreesd in mijn auto. Oké, het is lente, in de nacht van zaterdag op zondag gaat zelfs de zomertijd in. Maar de temperatuur, de blauwe lucht en de stralende zon komen in het hele verhaal niet voor. Ik hoop vurig dat het thema ‘Head in the sand’ niet verwijst naar de vorm van volleyballen. Het is namelijk absoluut geen weer voor beachvolleybal.

Ik parkeer mijn auto in het ‘Brainparc’ en ga in de campus op zoek naar Building S. Het wordt meteen duidelijk waarom ‘Universiteit’ voor mij te hoog gegrepen is. Het hele terrein is namelijk ingericht als een soort intelligentie test. Simpele zielen met een eenvoudige HBO opleiding, zoals ondergetekende, vallen meteen door de mand. Na drie rondjes lopen en quasi intelligent kijken naar een onbegrijpelijke plattegrond, zit er dan ook niets anders op dan aan een toevallige passerende professor de weg te vragen.

‘Kunt u mij misschien vertellen waar ik gebouw S kan vinden?’
Een vragende blik …
(‘Oh ja, Universiteit natuurlijk.’)
‘Could you please tell me where I can find Building S?’
‘Sure’ (… en stilte)
Verdorie, professoren geven natuurlijk alleen zo zuiver mogelijk antwoord. En een gesloten vraag leidt tot een gesloten antwoord, dus even ‘rephrasen’ …
‘Where can I find Building S?’
In een razend tempo, wordt mij in het Engels, met Italiaans accent, uitgelegd waar ik het gebouw kan vinden. Het hele verhaal wordt ondersteund met ongecontroleerde bewegingen van de armen. Iemand heeft me wel eens uitgelegd dat het lichaam van een professor slechts een vervoermiddel is van het hoofd en dat wordt hier duidelijk bevestigd. Maar met de combinatie van de uitleg en de gebaren lukt het me uiteindelijk toch, om mijn doel te bereiken.

Ik mag een stand met merchandise inrichten naast de tafel waar de organisatie zit. Dat lijkt me handig, want dan heb ik in ieder geval veel aanloop. Ik heb vooral veel bidons en polsbandjes tot mijn beschikking. Maar nog voor ik helemaal klaar ben met uitstallen, blijkt waar de internationale studenten vooral interesse in hebben: shirtjes! En laat ik daar nou net … maar 6 stuks van hebben. Binnen één uur ben ik door mijn voorraad heen. En niet alleen de shirtjes, ook de sweaters met capuchon zijn dan allemaal al verkocht.

stand

Ik wil mijn kop niet in het zand steken voor deze uitgelezen mogelijkheid om veel geld te verdienen, dus klim in mijn telefoon en probeer de voltallige staf van Right To Play te bereiken. Maar helaas is er geen mogelijkheid om op korte termijn shirtjes en/of sweaters in Rotterdam te krijgen. Dus verleg ik mijn focus voor de resterende dagen. Ik schat in dat de gemiddelde (ex)student wel van drinken houdt, dus probeer ik mijn voorraad bidons te … slijten (lijkt me in dit geval de juiste woordkeuze). Maar van de vijftig stuks die ik in voorraad heb, verkoop ik er welgeteld … één. Ach, niet getreurd, van een gokje houden ze zeker; dan maar loten verkopen. En dat blijkt inderdaad een doorslaand succes.

Alles bij elkaar hebben ruim tien kinderen baat bij deze twee dagen internationaal volleyballen, want zij kunnen door de opbrengst nu een jaar lang meespelen in het programma van Right To Play. En ik kan na dit weekend zeggen dat ik op een Universiteit heb rondgelopen. Noem het de werkelijkheid mooier maken dan hij is, of desnoods ‘struisvogelpolitiek’, maar na (een week groep acht en) twee dagen Universiteit klinkt ‘Meester’ Wilco best mooi.

groet, Wilco (Meester in de rechten … op spelen)

5 gedachten over “Kop in het zand

  1. Ik denk dat zoiets typisch is voor zowel universiteitsgebouwen als hogeschoolgebouwen. Voor alle gebouwen eigenlijk die groter zijn dan de gemiddelde eensgezinswoning. Wat mij betret toch: ik loop overal verloren. Maar voor jou zou het in principe iets makkelijker moeten zijn, toch? Man zijnde bedoel ik 🙂

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie