Iedereen kent wel het gevoel dat je impulsief iets ‘wereldkundig’ maakt en dan, als je er beter over na gaat denken, twijfels krijgt. Nou ja, zonder nu voor iedereen te praten, ik heb dat regelmatig! Als ik enthousiast ben (en dat gebeurt nogal eens) dan denk ik buiten mijn hoofd en ga ik meteen aan de slag. Zo ook bij de challenge die ik mezelf opgelegd heb om vijf selfies te maken met ambassadeurs van Right To Play. Vol energie ben ik aan de slag gegaan om contacten te leggen en afspraken te maken voor ‘foto momentjes’, zonder na te denken over het ‘daadwerkelijke moment’. Als je dan enthousiaste reacties terug krijgt van ambassadeurs, dan kan het zomaar gebeuren dat je plotseling oog in oog staat met een drievoudig Olympia-ganger.
Mijn 52 challenges heb ik verzonnen met het idee dat ik zelf moeite wil doen, om voor kinderen die het ’t hardste nodig hebben, het verschil te maken. De makkelijkste weg is dan geld overmaken, maar ik wilde voor mezelf wat meer doen. Het kenmerkt me dan, dat ik in dat proces dingen vergeet. Ik heb bijvoorbeeld niet nagedacht, dat als iedereen die iets wil doen voor Right To Play, contact gaat zoeken met ambassadeurs, het wel heel druk voor ze wordt.
Toen ik dus oog in oog stond met Deborah Gravenstijn, één van Neerlands succesvolste judoka’s, wilde ik me eerst verontschuldigen voor mijn aanpak. Dat leek me om nog een andere reden zinvol, want de kans dat ik in een verwurgende houdgreep terecht kwam, was natuurlijk niet ondenkbaar. Deborah was echter aan het telefoneren en maakte het gebaar van ‘kom maar binnen’.
Eenmaal op de bank, maakte ik kennis met de Olympisch kampioen judo van 2032. Het dochtertje van Deborah stelde me eerst voor aan haar Barbiepop om me vervolgens te overvoeren met ‘zelfgemaakt eten en drinken’ uit haar keukentje. Dat durfde ik natuurlijk niet te weigeren. Na deze Yuko bevroeg ze me ongeremd over mijn privé leven (eigen schuld Wilco, jij wilde dit zelf). “Heb je een broertje? Heb je een zusje?” (Koka). “Hoe oud ben je?” … Ai een Wazari. Ik stond hopeloos op punten achter. Deborah was nog steeds aan het bellen en die tijd gebruikte haar dochter om de rits van mijn Right To Play jas aan een onvervalste kwaliteitstest te onderwerpen. Dat zou in judo termen absoluut een Ippon zijn; met een vol punt gevloerd door een meisje van drie.
Gelukkig was Deborah toen klaar met bellen en kon ik me alsnog verontschuldigen. Ze vertelde enthousiast over haar bezoekjes voor Right To Play aan Ethiopië en vroeg me hoe ik zelf bij Right To Play verzeild was geraakt. Toen ik zag dat het dochtertje van Deborah de verminderde aandacht dwars begon te zitten, stelde ik snel voor om de selfie te ‘schieten’.
Deborah, dankjewel voor je gastvrijheid, je enthousiaste relaas over Right To Play en geef je geweldige dochter een high five van me.
Groet,
Wilco
Pingback: Selfiefiel | Wilco's Charity Challenge