We schrijven 20 februari 2010, de dag dat mijn broer viert dat hij aan zijn laatste jaar als dertiger begint, vertrekt ons gezin vanuit Vlaardingen richting Tilburg. Het was regenachtig, koud … waterkoud zelfs. Sibe was twee en een half jaar en Jelle vier jaar ouder. We hadden besloten om met ons ‘pleegkind’ Wendy te gaan genieten van onze ‘voorjaarsvakantie’ in een vakantiehuisje bij de Beekse Bergen. De Olympische Winterspelen van dat jaar waren in volle gang en ondanks het druilerige weer beloofde het een gezellige week te worden. We hadden zo’n ‘giraffenhuisje’ geboekt bij het Safaripark en na ruim een uur rijden kwamen we daar aan. Het regende al dagen en dat had ervoor gezorgd, dat we de auto’s niet te dicht bij het huisje durfden te parkeren, bang dat we nooit meer weg zouden komen uit de modder. Met de koffers in de ene hand, Jelle op mijn nek en Sibe onder mijn linkerarm kon ik niet voorkomen dat ik tot mijn knieën wegzakte in de modder. Dit is wat Guido Weijers (in de try out van zijn oudejaarsconference … bijna 5 jaar later) bedoelde met zijn grap over onze aarde. Hij vroeg zich af waarom we onze aarde ‘Aarde’ noemen als het voor 70% uit water bestaat. Dan hadden we het veel beter ‘Water’ kunnen noemen, toch? Hij bedenkt zich en zegt: “Nou ja, eigenlijk is het water en aarde en als je dat bij elkaar doet dan is het …. juist modder. Daarom vindt hij ook dat de Engelsen een veel betere benaming hebben voor onze wereldbol, namelijk “Modder Earth” (uitspraak à la Louis van Gaal). Maar goed dat terzijde, want dat kon ik in 2010 nog niet weten.
Toen we het huisje binnenstapten, nadat we de modderschoenen bij de deur hadden uitgeschopt, werden we niet spontaan ‘vrolijk’. Het huisje was in de folders waarschijnlijk met een groothoeklens gefotografeerd, want het was nogal … uhhh ‘klein’. Nou ja, niet echt heel klein, maar … ‘net niet’ zullen we maar zeggen. Net zoals het weer ‘net niet’ was en, zoals later bleek: het restaurant, de faciliteiten, de gehorigheid in het huisje en de aanwezigheid van de ‘wilde dieren’ allemaal ‘net niet’ was. Maar gelukkig was er Sven Kramer die alle ontberingen kon laten vergeten, door ons de Olympische Spelen van ons leven te geven. En toen … die bocht … lijdzaam keken we toe hoe een Koreaan op schouders werd genomen door Bob de Jong … weer ‘net niet’!
Waarom deze intro bij mijn weekverslag van mijn 52 Challenges? Precies, wat betreft mijn uitdagingen, was het ook veel ‘net niet’! Zo ben ik ‘net niet’ toegekomen aan een rondje fietsen, heb ik wel op het strand gelopen, maar is mijn enkel nog ‘net niet’ genezen. Had ik gisteren een netwerk bijeenkomst van oud directeuren, waar ook een ‘likeur proeverij’ bij was georganiseerd, maar ja… ik mag nog ‘net niet’ (ruim 11 maanden) drinken. Mijn moeder heeft mij dan wel gebeld, maar ik haar nog (net) niet en mijn vader mailde me gisterenavond, maar op het moment dat ik dit schrijf, is het nog net geen Christelijke tijd om terug te bellen. Mijn gewone fiets heeft wederom een weekje ‘rust’ gekregen dus helaas net geen 15 kilometer afgelegd. Als klap op de vuurpijl wilde ik deze week mijn challenge halen om elke dag iets bijzonders op tafel te toveren. Maar ja, ik was vergeten dat de netwerkbijeenkomst van gisteren natuurlijk de hele dag en avond zou duren. Dus na maandag spinazie canapeetjes met monchou, dinsdag witlofstamp met geheime ingrediënten, woensdag ‘gehaktdag’ in de vorm van zelfgemaakte hamburgers met komkommersalade, donderdag quiche à la Wilco … kon ik vrijdag niks koken … ‘Net niet’ gehaald dus.
Gelukkig zijn er wel uitdagingen die ik wel, voor in ieder geval een gedeelte, kan aftikken. Zo ben ik begonnen aan mijn eerste woordjes Indonesisch. Het begin is nog makkelijk, want ik kan nog wel teren op de basis die ik ooit 19 jaar geleden gelegd heb. Ik heb zo’n honderd woorden geleerd. Daarnaast heb mijn eerste boek uit gelezen. ‘Solo’ van Wilfried de Jong. Las heerlijk weg, elke avond een paar columns terwijl ik in bed lag! Ben ondertussen begonnen aan ‘Droomvlucht’ van André Kuipers.
Ik was nog vergeten om de voetreflex week van Trude op te nemen in mijn lijstje, maar ik vind toch echt dat de uitdaging die ze is aangegaan, waardoor ze groot aandeelhouder is geworden van mijn actie, het predicaat ‘challenge’ verdient. Verder heb ik bij de netwerk bijeenkomst alle schooldirecteuren murw gepraat over mijn actie en Right To Play, dus kan ik weer 12 mensen toevoegen aan mijn lijst: ‘mensen die niet kunnen zeggen dat ze niet weten wat Right To Play voor goed werk doet.’ Alles bij elkaar zorgt het ervoor dat ik deze week 20,96 Euro mag overmaken op de rekening van Right To Play.
Voor de komende week staat er een aantal erg leuke activiteiten op het programma, dus ik nodig jullie wederom uit om deze site in de gaten te houden en, als je mijn actie waardeert, aan de Goedheiligman te vragen of hij een kleine donatie over heeft voor mijn actie. Hij hoeft er zijn knec…. uhhh, Pieten niet eens voor te vragen om het door te schoorsteen te bezorgen. Het kan gewoon overgemaakt worden via ideal en deze website. Het geld komt natuurlijk niet in mijn schoen, maar wordt rechtstreeks doorgestort naar Right To Play.
Groet, Wilco